Toon was de zoon van Adriaan van den Heuvel (Rosmalen 26 november 1875 - Den Bosch 5 januari 1962) en Antonetta van Helvoort (Rosmalen 16 oktober 1879 - Rosmalen 26 februari 1921). Dit huwelijk werd gesloten op 19 april 1907 in Rosmalen. Uit dit huwelijk werden in Rosmalen negen kinderen (vijf meisjes en vier jongens) geboren. Bij de geboorte van het laatste kind overleed de moeder, 42 jaar oud. In de volksmond werden deze kinderen Kèpkes genoemd. De familie Van den Heuvel-van Helvoort woonde in de boerderij A37. Op het moment dat de bevrijding voor de deur stond - eind oktober 1944 - waren vele families geëvacueerd. Ook op het Heeseind waren de meeste bewoners naar familie in de omgeving vertrokken. Zo had de familie Van den Heuvel-van Helvoort gedurende die periode onderdak gevonden in een van de woningen tegenover de toenmalige meisjesschool in Rosmalen (G104, bewoond door P. van Lokven van den Heuvel). Dit blok is reeds een aantal jaren geleden afgebroken en op deze plaats is een nieuw blok gebouwd. De | 12 |
plek waar de familie was ondergebracht zou men thans kunnen aanduiden met Rodenborchweg 22. Twee leden van de familie, Hanneke en Marinus, hadden in Oss een onderkomen gevonden. Ook het vee - drie melkkoeien - was mee naar Rosmalen gekomen en liep in de wei op de huidige Annenborch. Gedurende de dagen van de bevrijding moesten de koeien gemolken worden. Op zondag 22 oktober 1944 zou dit gebeuren door Tonia en Toon. Naar eerst later zou blijken, waren 22, 23 en 24 oktober 1944 voor de | 13 |
Rosmalenaren zeer gevaarlijke dagen. In het toen 7.500 inwoners tellende dorp kwamen dertien personen door granaatinslagen om het leven. Toen Tonia en Toon na het middageten naar de polder togen om de drie koeien te melken en zij aan het begin van de Nieuwendijk gekomen waren, viel er plotseling weer een serie granaten. Zij vonden beiden een onbemand schuttersputje achter het huis van de familie Van Grunsven, die woonde in het pand G162. Vanuit zijn schuttersputje riep Toon: "Ik ben geraakt!". Na dit bericht is Tonia bij de familie Van Grunsven naar binnen gerend om hulp te vragen. Nadat de granaatregen was opgehouden, ging men naar buiten. Tonia heeft haar broer zijn laarzen uitgetrokken, waarna men hem op stal heeft gelegd. Na enige tijd hebben enkele buurtbewoners, onder wie Piet van Herpen en Frans van Liempt (die woonden in de panden die nu respectievelijk als adres hebben Kerkhoek 1 en 2) hem naar het Groot Ziekengasthuis in Den Bosch gedragen. Deze tocht was niet zonder hindernissen, want in het Hinthamerpark viel er weer een dichte granaatregen, waarvoor zij een veilig onderkomen moesten zoeken. In het ziekenhuis aangekomen was Toon al overleden. Toen de dragers terugkwamen in Rosmalen werd de familie geïnformeerd. Toon werd begraven in een massagraf, maar natuurlijk wilde de familie dat hij begraven zou worden op het parochiekerkhof van de H. Johannes Onthoofding in Nuland. Na de bevrijding zijn vader Van den Heuvel en zijn oudste dochter Kaat - zij wist welke kleding hij op de dag van zijn overlijden droeg - naar Den Bosch gegaan om het lichaam te identificeren. Daarna werd Antonius van den Heuvel op het parochiekerkhof herbegraven. | 14 |
A. van den Elzen, 'Wel gestorven, niet vergeten' in: Spoorzoeker 2 (1998) 12-14
A. van den Elzen, Wel gestorven niet vergeten : Oorlogsslachtoffers Rosmalen (1996) 1, 53-54
Ad Hermens, Rosmalen in de vuurlinie (1994) 173, 174
René Kok, 'Wegens bijzondere omstandigheden...' : 's-Hertogenbosch in bezettingstijd 1940-1944 (2008) 382-383, 402